Hoe werkt een zonnepaneel?
Zonnepanelen noem je ook wel PV panelen. PV is de afkorting van het Engelse PhotoVoltaïc. Zonnepanelen bestaan uit fotovoltaïsche cellen die energiedeeltjes uit zonlicht absorberen. Deze deeltjes laten elektronen in de PV cellen bewegen. Er ontstaat gelijkspanning, waarvan een omvormer 230V wisselspanning maakt voor gebruik in het elektriciteitsnet. PV-cellen zijn gevoelig voor licht en produceren ook elektriciteit als het bewolkt is.
Opstelling zonnepanelen
Bij het plaatsen van zonnepanelen op een hellend dak moet het dak tussen zuidoost en zuidwest georiënteerd zijn. Hierbij is 5 graden ten westen van het zuiden en een hellingshoek van 35 graden ideaal. De opbrengst is hier echter niet sterk van afhankelijk: tussen zuidoost en zuidwest en tussen 20 en 60 graden zijn de verschillen niet groter dan 10%.
Op een plat dak plaatsen we de zonnepanelen met een frame, waarbij de panelen meestal aan het zicht worden onttrokken. Om schaduwwerking te voorkomen is hier ruim het dubbele dakoppervlak nodig.
Bij kristallijnpanelen is verder een goede ventilatie belangrijk. Dit voorkomt overhitting en zorgt daarmee voor een hogere opbrengst en voorkomt oververhitting. In tegenstelling tot wat menigeen denkt; op zonnige herfstdagen wek je vanwege de lagere temperatuur soms meer elektriciteit op dan op zonnige zomerdagen.
Leveren aan het openbare net
Met voldoende zonnepanelen voorziet u met gemak in uw eigen elektriciteitsbehoefte Elektriciteit die u zelf niet verbruikt, geeft u af aan het openbare elektriciteitsnet. Vanaf 1 juli 2013 zijn de energiebedrijven wettelijk verplicht zelfopgewekte duurzame elektriciteit van kleinverbruikers onbeperkt te verrekenen met het verbruik. U heeft daarvoor een elektriciteitsmeter nodig met teruglevergarantie. Die registreert naast uw elektriciteitsverbruik ook de terug geleverde elektriciteit. De vergoeding daarvoor is wel lager dan het tarief dat u betaald voor de bij het openbare net afgenomen elektriciteit.